Worden zonnepanelen echt steeds beter?
Sinds 2018 zijn de fabrikanten van zonnepanelen begonnen met het verwerken van zogenaamde “ half cut cells” . Half doorgesneden cellen. En tegelijkertijd worden er heel wat verschillende formaten zonnepanelen geproduceerd. In het verleden werden mono kristallijne zonnecellen geproduceerd van 5 inch. Zeer zuiver glas werd in een vacuüm oven heel langzaam tot een glazen staaf gemaakt. En uit die staven werden dan de cellen gezaagd door eerst de zijkanten er af te zagen en vervolgens de staaf in schijfjes te zagen. Ze zijn te herkennen aan de witte ruitjes. Later werden 6 inch cellen gemaakt en nu zelfs nog grotere die dan weer half doorgezaagd worden.

De reden is altijd besparing van kosten. Wanneer er van een cel een stukje afbreekt dan is de hele cel niet meer te gebruiken. Tenzij je de cellen half door gaat zagen. Dan verlies je maar een klein stukje. En hoe kan een producent zich verder onderscheiden? Dit gebeurd op de eerste plaats door de zonnepanelen en hun technologie allerlei verkoop naampjes te geven. Al het andere is er op gericht om uit elke vierkante centimeter zonnecel meer energie te halen.
Waarom al die verschillende afmetingen zonnepanelen?
Een zonnepaneel is een zonnepaneel. Sommige mensen noemen het platen of zonnecellen. Maar die dingen hebben afmetingen. 60 cm bij 100 cm. 80 cm bij 158 cm. 99 cm bij 165 cm tot 125 cm bij 225 cm. En allemaal worden ze plaat of zonnecel of zonnepaneel genoemd. Maar waar het werkelijk om draait is het vermogen per vierkante centimeter of vierkante meter.
Maar waarom dan die afwijkende formaten zonnepanelen? Dat is een simpele rekensom. 2+2 is 4 en 1,9+ 2,1 ook. 2+2 maakt perfect uniforme zonnepanelen. Andere optelsommen maken B, C en D kwaliteit zonnepanelen. En hoe groter de afmeting van de zonnepanelen hoe beter de optelsom te verdoezelen is.

Waar zijn we nu dan met het aantal Wp van een zonnepaneel?